Mocht je nu eens geen zin hebben om met vrienden af te spreken en een TTRPG te doen, maar wil je toch graag gewoon even met je party wat monster afslachten en avonturen beleven? Dan is er goed nieuws! Baldur’s Gate 3 werd in 2020 als early access gepubliceerd op Steam. In deze versie konden enthousiastelingen al aan de slag met het spel en zo de makers feedback geven over wat werkte en wat niet. Deze early access versie bevatte alleen act 1 van het spel: de spelers hadden toegang tot ongeveer 25 uur aan content en 1/5e van de wereldkaart. Na drie lange jaren met veel wijzigingen aan de early access versie is het volledige verhaal van Baldur’s Gate 3 eindelijk gereleased op PC!
Nu vraag je je misschien af “Wat heeft dit met TTRPG te maken?”: nou, eigenlijk best wel veel. Ondanks dat dit spel natuurlijk valt onder CTRPG (computer RPG) en niet onder de tabletopcategorie, gebruikt het spel de regelgeving van D&D 5Ewat betekent dat je al je kennis die je hebt opgedaan rond de tafel kan toepassen. Mocht je geen ervaring hebben met D&D 5E en wil je er graag eens op je eigen tempo mee aan de slag, dan is dit ook zeker een goede instapmogelijkheid.
Herkenbare plekken
De wereld waarin het spel zich afspeelt, zal voor velen ook erg herkenbaar zijn. Het speelt zich namelijk af in Faerûn waar veel van de officiële campaigns van Wizards of the Coast zich ook afspelen. Baldur’s gate ligt aan de Sword Coast – het gebied waar veel van de gepubliceerde Dungeons and Dragons-campaigns en -avonturen zich afspelen. Dit maakt het herkenbaar voor de meer ervaren spelers en zij zullen locaties en evenementen die genoemd worden in het spel herkennen. Als nieuwe speler zal het je inzicht geven in een klein deel van de Sword Coast, namelijk de weg naar Baldur’s Gate en de stad zelf, wat een leuke introductie is.
Het voordeel is ook dat niemand iets hoeft voor te bereiden. Geen DM die maanden bezig om een campaign in elkaar te flansen. Geen character sheets lezen, geen aantekeningen maken, het voelt als een verlichting en toch een volle dosis RPG!
Adventure Module
Het TTRPG-avontuur Baldur’s Gate: Descent Into Avernus werd in september 2019 gepubliceerd door Wizards of the Coast en wordt beschreven als de “prequel” van Baldur’s Gate 3. Het avontuur van Descent into Avernus vindt plaats ongeveer 100 jaar na de gebeurtenissen van Baldur’s Gate 2, en het verhaal van Baldur’s Gate 3 speelt zich direct af na de gebeurtenissen van het TTRPG-avontuur Descent into Avernus. Mocht je als speler of spelleider dus bekend zijn met deze adventuremodule, dan is deze game het perfecte vervolg!
Een flinke kluif
Onderschat de grootte van de verhaallijn ook niet. Mocht je denken deze game even snel tussen je campaings door te spelen, dan heb je het bij het verkeerde eind. Larian Studios geeft aan dat de main storyline ongeveer 100 uur aan speelplezier bevat, maar dat is bij lange na niet het hele spel; bereid je dus maar voor op een flinke dosis speelplezier. Deze verhaallijn bevat alle verscheidenheid die je ook gewend bent van je tafelsessies met de groep: ontmoeten van nieuwe mensen, zenuwslopende gevechten, mensen ontdoen van hun waardevolle bezittingen en natuurlijk flirten met party members. Ja, dat las je goed: je kan flirten met andere karakters zonder dat dat ongemakkelijk is voor de DM: dus maak die bard en leef je uit!
Inspiratiebron
Naast dat deze game heerlijk is om op te pakken als speler, is het ook zeker een goede nevenactiviteit voor de DM. Door de verscheidenheid aan side quests en verschillende situaties en mensen die je karakter tegenkomt in het spel, is dit ook een gegarandeerde inspiratiebron voor het maken van nieuwe karakters, maar ook voor het verzinnen van nieuwe verhaallijnen en avonturen voor aan de tafel – voor ieder wat wils.
Wil jij ook in dit te gave avontuur duiken? Hier vind je de trailer. Het spel is onder andere beschikbaar voor PC en Playstation en later dit jaar ook voor andere consoles.
In de RPG-community lopen veel interessante mensen rond, waar je misschien graag meer over te weten komt. Voor een aantal van hen zijn tabletop roleplayinggames méér dan een uit de hand gelopen hobby. Zo ook bij Ferruccio, wiens nieuwe fantasy TTRPG Blood and Doom op dit moment in de laatste dagen van de Kickstarter-campagne richting de €100.000 gaat.
Vertel eens iets over jezelf.
Ik ben Ferruccio, ik woon in Breda en ik ben muziekproducer. Ik maak al mijn hele leven muziek en heb daar mijn fulltime baan van kunnen maken. Zo’n 7 jaar geleden begon ik met Dungeons & Dragons 5th edition. Eerder heb ik wel de 3.5-versie geprobeerd, maar toen was er nog geen internet en begreep ik er niet heel veel van. Tot ik dus later het filmpje van DnDiesel voorbij zag komen (Vin Diesel die met een aantal roleplayers D&D gaat spelen) en toen begreep ik de magie van een goed verhaal vertellen. Iedereen ging zo op in het verhaal. Toen ben ik zelf met een paar vrienden aan D&D 5e begonnen en zijn TTRPG’s mijn favoriete hobby geworden.
Ik hou zelf erg van de detective noir stijl en ging daarom op zoek naar Call of Cthulhu, waarvan ik gehoord had dat het deze sfeer over wist te brengen. Ook andere systemen ben ik gaan uitproberen, zoals Numenera en Powered by the Apocalypse. En daarna kwam al snel het idee om een eigen game te ontwikkelen. Ik was altijd de Gamemaster en daardoor ontwikkelde ik bepaalde zienswijzen en eigen ideeën voor mechanics: hoe werkt iets beter? Wat laat een spel beter lopen? Welke regels ondersteunen het verhaal dat wij hier aan tafel willen vertellen?
En dat resulteerde in een eigen spel?
Nou, ik begon een beetje beu te worden van dezelfde fantasy setting de hele tijd. Er is niets mis mee, want ik vind middeleeuwse kastelen, bossen, heuvels, de westerse fantasy setting ook leuk. Maar ik wilde graag op avontuur in woestijngebieden, jungles, en op tropische eilanden om wat voorbeelden te noemen. Niet zozeer high fantasy, maar high adventure; avontuurlijker, werelds. Op expeditie/ontdekkingsreizen naar afgelegen plekken vol mysterie en eeuwenoude geheimen.
Ik raakte geïnspireerd door de Call of Cthulhu-campaign Masks of Nyarlathotep, waarin de onderzoekers de hele wereld afreizen en verschillende culturen tegenkomen: Peru, de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Egypte, China, Australië. Dit is de reden dat Blood and Doom zo’n cultureel diverse setting gekregen heeft. Er zijn zoveel verschillende gebieden en volkeren te ontdekken en hierdoor onderscheidt de setting zich van wat je meestal tegen komt binnen het fantasy rpg genre.
Jungle van Ishta
Wat zijn voor jou de belangrijkste design principes geweest bij het ontwikkelen van ‘Blood and Doom’?
Het belangrijkste designprincipe was voor mij het player-facing aspect van de regels. Alle regels zijn erop gericht dat de spelers dobbelstenen rollen tegen een moeilijkheidsdrempel die de Doomsayer (zo wordt de Gamemaster in Blood and Doom genoemd) stelt. Dit werkt zo ook in combat, bij tegenstanders en monsters. De Doomsayer rolt eigenlijk nooit dobbelstenen in deze situaties. Dit maakt het bevrijdend voor de DS, want het GM’en van diverse andere systemen kan vrij zwaar zijn. Het bijhouden van de initiative order, het rollen voor de vijanden, het balanceren, etc. dat leverde mij alleen maar hoofdpijn op. Door dit bij de DS weg te halen, is er minder voorbereidingstijd nodig en loopt het gehele spel veel soepeler dan systemen die daar wel zwaar op leunen.
Er is veel meer vrijheid voor de Doomsayer en de spelers om het verhaal zo realistisch mogelijk en creatief mogelijk samen te vertellen. Er is geen vaste initiative order; je kijkt per ronde wat logisch is om achter elkaar te doen. Om een rol te maken, kiest de Doomsayer een Ability die gebruikt gaat worden, maar kunnen spelers beargumenteren of en welke skills ze erbij inzetten. Dit nodigt uit om creatief en flexibel om te gaan met het aantal te rollen dobbelstenen. Het is bijvoorbeeld logisch om de skill Sailing & Ships te gebruiken als je een goede knoop wilt leggen, ook al zit je in het midden van de woestijn en is er geen water in zicht.
Vechten in het donker
De regels zijn er ook op gericht om dingen echt te laten voelen, zelfs al spelen we een fantasy game waarin magie en monsters voorkomen. Ik wilde een wereld en regelset creëren, waarin het ertoe doet dat je ondergrondse, duistere plek betreedt en je daadwerkelijk een fakkel nodig hebt. Die kan vervolgens uit je hand geslagen worden en dan sta je in het donker met monsters om je heen. En dan? En op een gegeven moment zijn de fakkels op, want je hebt geen bag of holding om een oneindig aantal fakkels in op te bergen. Blood and Doom haalt meer het survivalaspect van het fantasygenre naar boven; het is een gevaarlijke wereld waarin onze avonturiers zich begeven.
Daarom is ook een bewuste keuze geweest om de spelers alleen menselijke karakters te laten spelen. De wereld zelf zit vol met monsters en het onnatuurlijke en daar moet jij als mens mee omgaan. Dit geeft Blood and Doom een serieuze en volwassen toon. Door alle opties die bijvoorbeeld Dungeons & Dragons op dat gebied biedt, kan het ook snel karikatuurachtig en een ver-van-mijn-bed-show worden, terwijl systemen waarin je ‘echte’ mensen speelt echter voelen zoals Call of Cthulhu en Blood and Doom.
Hoe is de ontwikkeling van ‘Blood and Doom’ gegaan?
Het eerste idee was om te beginnen met een klein boekje van zo’n 60 tot 80 pagina’s met daarin een minimale hoeveelheid van de tekst die gewijd was aan de setting. Dat groeide al snel uit naar meer. Je begint, ook door gesprekken met anderen, steeds meer voor je te zien en steeds meer te ontwikkelen. De eerste stappen heb ik alleen gezet tot ik Mark Graham benaderde voor artwork. In onze gesprekken ontwikkelden de ideeën en ook de setting zich steeds verder en wist Dirk Vandereyken (die in eerste instantie betrokken was bij de marketing, maar later ook met mij veel geschreven heeft) mij in contact te brengen met verschillende RPG-schrijvers, waaronder Darren Watts, Steven S. Long, Jason Durall, Dirk Vandereyken, Jason Walters en Michael Surbrook. Zeker wanneer je in het Engels gaat schrijven (wat niet mijn moedertaal is), heb je voor de setting teksten mensen nodig met een goede auteursschrijfstijl die de wereld echt tot leven kunnen brengen.
Voor je het weet heb je een aantal pagina’s dat niet meer past in één boek. We gingen van 400 pagina’s naar 700 pagina’s en dat resulteerde in eerste instantie in twee boeken. Maar toen wilden we nog uitgebreider schrijven over de cults die een belangrijke rol spelen in de setting van Blood and Doom. Niet alle antagonisten hoeven gelieerd te zijn aan cults, maar het zijn wel interessante facties om te gebruiken. Dus nu zijn we uitgekomen op drie boeken over een wereld op de rand van haar ondergang, met een totaal aantal van 1.200 pagina’s (gemiddeld 400 per boek).
Voor de gratis Kickstarter Primer hebben we twee regio’s uitgewerkt: Ishta en Ethennia. Daarbij was het een interessante samenwerking tussen Dirk en mijzelf voornamelijk. De schrijvers zijn namelijk erg goed in het schrijven van prachtige en intrigerende teksten over de wereld van Athyr, maar het moet geen leesboek worden. De boeken zijn een toolbox om zo snel en zo gemakkelijk mogelijk te vertalen naar een speelbare sessie. Op papier moet al gelijk duidelijk zijn hoe je de informatie in kunt zetten aan tafel.
Vlakte in Ethennia
Dat is misschien wel iets dat ik een volgende keer anders zou doen. Een duidelijk concept voor de structuur van de hoofdstukken die over de setting gaan, had veel herschrijven kunnen voorkomen. Welke informatie heeft een Doomsayer nodig over een stad, over subregio’s over cults? En wat laat je nog open en is vrij invulbaar? Dit is een lange zoektocht geweest, maar hoort ook bij een creatief proces. En zeker bij een eerste project van zo’n omvang.
En met het regelsysteem? Welke stappen heb je daarin genomen?
Bij de ontwikkeling van het regelsysteem heb ik de grootste vinger in de pap gehad en hebben Steven S. Long, Jason Durall en Michael Surbrook geholpen door aan te vullen en te sparren. Ik was daar al zo lang mee bezig dat het ook lastig was voor een ander om heel goed de principes van de ruleset te begrijpen en daar toevoegingen aan te doen. Daarom heb ik daar bijna 100% controle op gehouden. Dat was wel moeilijker in de laatste maanden toen ook andere zaken (zoals de marketing en Kickstarter) mijn aandacht begonnen te vragen en ik minder tijd en ruimte had om te schrijven. Ik moest het meer loslaten, maar ook dat heeft goed uitgepakt.
Gedurende dit hele proces heb ik verschillende playtests gedaan. One-shots georganiseerd om te kijken of de regels ook het resultaat hadden dat ik voor ogen had. Wat doet een bepaalde dice mechanic voor de sfeer? Is het makkelijk uitvoerbaar en niet middelpunt van de aandacht? De regels zijn een hulpmiddel. Hoe meer gimmicks je daaraan toevoegt, hoe meer dat gaat afleiden van het spel zelf. Sommige uitprobeersels waren leuk op papier, maar minder in de uitvoering.
Ik heb, denk ik, wel zes verschillende versies gehad van het systeem. Een D20-systeem met drie verschillende manieren van slagen/falen, 2D10 plus een modifier, het gebruiken van D4/D6/D8/D10 voor skills en items, dat op zich zou kunnen werken als je weinig wilt rollen in een spel, maar niet als je per handeling/actie rolt. Uiteindelijk is het een zogenoemde dicepool mechanic geworden met D10’s. Het blijft altijd leuk om handvol dobbelstenen te gooien en het vereist weinig rekenwerk, want het gaat om het aantal successen dat je gooit en hoeft geen nummers bij elkaar op te tellen. Je kunt ook heel gemakkelijk zien hoe goed je het gedaan hebt en het verschil tussen jouw resultaat en de moeilijkheidsgraad levert iets extra’s op. Dit Momentum maakt de game dynamischer. Met dit dicepool principe bouwt Blood and Doom voort op systemen die bewezen hebben goed te werken, zoals het Storyteller/Storytelling system van White Wolf.
Wat zijn de leuke en minder leuke kanten aan het ontwikkelen van je eigen spel?
Shaman
Het leukste zijn de reacties. Tijdens de conventies hebben we heel wat een positieve en leuke reacties gehad op het spel. Bijna iedereen bij wie we de kans hebben gehad om uitleg te geven, was heel enthousiast. Er is blijkbaar een vraag naar een spel als Blood and Doom met unieke ruleset en eigen wereld die wat afwijkt van wat je gemiddeld meestal ziet in fantasy TTRPG’s. Het succes van de Kickstarter (het doel werd binnen 24 uur gehaald) was daar een mooi resultaat van. Het heeft geholpen dat we een duidelijke Primer-bundel gegeven met meer dan 500 pagina’s, zodat mensen direct het spel al konden spelen. Die zag er ook tiptop uit, waardoor mensen het vertrouwen krijgen dat je een goed eindresultaat gaat leveren. Ook omdat het eerste project is van Dicetale Games en we dus nog geen voorgeschiedenis hadden.
Het nadeel is dat er heel veel bij komt kijken als je het op deze schaal aanpakt. Het liefst ben ik bezig met het spel en de setting. Alles eromheen, marketing en de zakelijke kant, vind ik minder leuk, maar hoort er ook bij. Op een bepaald moment moet je een datum vaststellen voor je Kickstarter-campagne en daar moet je je wel aan houden. Alles wat je doet in de aanloop daar naartoe, focust zich op die datum. Dit levert een grote druk op voor je prestaties, terwijl je daarvoor rustiger kon werken. Het begint dan te voelen als een verplichting. Gelukkig kan ik, nu het allemaal loopt, mijn focus weer bij het spel leggen.
Heb je nog tips of do’s en don’ts voor iemand die een eigen spel wil maken?
Als je niet overspannen wilt raken, begin dan met iets met een kleinere schaal dan 3 boeken. Als ik dat aan mezelf had kunnen vertellen een paar jaar geleden, dan had ik mijn eigen advies opgevolgd. Je kunt beter eerst eens kijken hoe het is, wat je ervan vindt en hoe de reacties zijn. Langzaam aan iets opbouwen via Patreon, een kleinere Kickstarter-campagne, in eigen beheer spellen uitgeven via de platformen die daarvoor zijn, het opbouwen van je eigen Youtube-kanaal. Maar in ieder geval rustig aan beginnen.
Piraat
En zoek iemand om mee samen te werken en waarvan je weet dat je er goed mee kunt samenwerken. Bijvoorbeeld iemand die artwork of lay-out kan doen, terwijl jij schrijft. Alles zelf doen, kan vrij lastig zijn. Zoek vooral leuke mensen om mee samen te werken.
Wat zijn je ideeën voor hierna?
In de Kickstarter zitten nog verschillende stretchgoals, waarvan ik hoop dat we die mogelijk gaan halen in de toekomst. Zo is er een Priest class die nu bijna gefinancierd is en staat een volledige soundtrack en een boek over ordes en facties nog hoog op mijn eigen verlanglijstje.
Bij de Kickstarter zitten nu al vier avonturen (twee in de gratis Primer bundel en twee als onderdeel van de Kickstarter), maar ik zou graag een reeks met avonturenbundels willen uitgeven. Ook zie ik in de toekomst nog wel een supplement voor me waarin we de regio’s Taliath (een tropisch eiland dat bewoond wordt door piraten) en Keldor (in het noorden van Athyr tussen de gletsjers en bergen) verder uitwerken.
Waar kunnen we ‘Blood and Doom’ vinden?
De Kickstarter-campagne loopt nog tot en met zondag 30 april. Daarna kun je nog late pledges doen, waarvoor je de link ook op de Kickstarter-pagina gaat vinden. Download vooral ook de gratis Primer met daarin het Core Rulebook, Doomsayer’s Codex: Guide to Athyr en the Doomsayer’s Codex: The Twelve Pillars of Doom. Aangevuld met de twee gratis avonturen (Faces of Evil en The Seven Jewels of Azul-Ra) kun je direct aan de slag met het uitproberen van Blood and Doom. Als je het spel gespeeld wilt zien worden, vind je op het Youtube-kanaal van Dicetale Games Actual Plays met een aantal actieve leden uit de Dutch20-Discordserver. Wanneer de boeken uitgebracht zijn, zijn ze ook te koop via de grote TTRPG-uitgever Modiphius. En meer informatie kun je altijd vinden op de website van Dicetale Games.
Met de ontwikkelingen rondom One D&D zijn er ook deze maand (maart 2023) weer nieuwe aanpassingen op de bestaande regels vrijgegeven door Wizards of the Coast (WotC) in playtestmateriaal. De aanpassingen van maart hebben vooral betrekking op de classes Druid en Paladin en een subclass van beide. Ook is er gekeken naar een aantal feats en zijn er adaptaties gedaan aan een aantal spells, zoals Smite, Find familiar en Find steed.
De Druid en Paladin vallen in One D&D onder de groep Priests. Dit zijn beheersers van goddelijke magie of van oermagie (primal magic). Classes uit deze groep richten zich voornamelijk op genezing, nut en verdediging. Ook de Cleric valt onder deze groep.
Druid
Channel Nature
Laten we beginnen met de Druid. Het valt op dat er een nieuwe feature is toegevoegd, die sterk overeenkomt met een feature die de Cleric en de Paladin beide al hadden. Voor de Paladin en Cleric is dit de Channel Divinity-eigenschap, voor de Druid is er dus nu eenzelfde eigenschap genaamd Channel Nature. Onder deze Channel Nature valt onder andere het meeste belangrijke aspect van de Druid, namelijk de Wild Shape. Daarnaast worden daar ook andere acties aan toegevoegd. In de huidige, 5e, editie wordt duidelijk gemaakt dat wanneer er andere Druid-eigenschappen zijn, bijvoorbeeld van een subclass, die kunnen worden ingezet dat daar dan een Wild Shape voor gebruikt kan worden. Zoals bij de Druid Circle of Stars:
As a bonus action, you can expend a use of your Wild Shape feature to take on a starry form, rather than transforming into a beast.
Dit is natuurlijk niet heel lastig om te begrijpen, maar de uitleg voor dit soort acties moet wel elke keer beschreven worden. Nu kan dat gedaan worden met de centrale Druid-eigenschap Channel Nature.
Om goed gebruik te maken van de Channel Nature-optie heeft WOTC goed ingezet op deze nieuwe feature. Op level 2 krijgt de Druid namelijk twee nieuwe manieren om de Channel Nature te gebruiken. Deze Healing Blossoms en Wild Companion vallen onder de eigenschap Nature’s Aid. Healing Blossoms genereert een pooltje aan punten dat je meteen moet gebruiken om bijvoorbeeld leden van je groep te healen. Wild Companion laat je een aangepaste vorm van Find Familiar casten. Het wezen dat je om hulp vraagt, is altijd Fey en verdwijnt weer wanneer je een long rest afrondt.
Een verschil tussen de Channel Nature en de 5e Wild Shape-eigenschap is dat bij een short rest je maar één gebruik van de eigenschap terugkrijgt in plaats van alle zoals dat nu nog in 5e is.
Wild Shape
Voor de Druid zijn de grootste veranderingen gemaakt in het belangrijkste aspect van de class: de Wild Shape. Veel fans vinden dat de Wild Shape te hard is aangepakt, ondanks dat het voorheen voor bepaalde subclasses misschien te sterk was.
Je krijgt Wild Shape in One D&D al op level 1 in plaats van op level 2 zoals in 5e. Je behoudt de mogelijkheid om te praten, maar kunt geen spells meer casten. Welke scores je behoudt, hangt af van welke van de drie vormen je kiest om in te veranderen. De andere scores zijn dan gelijk aan de Wisdom-score van je Druid. In tegenstelling tot de brede dierenrijk waaruit je kon kiezen wanneer je transformeerde, is de One D&D Druid beperkt tot 3 vormen: dier van het land, dier van de zee of dier van de lucht. Je kan zelf de vorm bepalen van het beest; je kan gewoon een dier kiezen of je kan een hybride dier maken. De gekozen vorm heeft geen effect om de eigenschappen van de vorm, die blijven altijd zoals in het statblock staat beschreven.
In het statblock valt het ook op dat je je eigen hitpoints behoudt. Dit is een van de sterkste eigenschappen die de Druid misschien wel kwijtraakt. Doordat het natuurlijk een spellcaster class is, heeft deze class nu eenmaal niet de hitpoints van een fighter en als je dan als beer lekker de vijanden wilt raken met je berenklauw, moet je toch dichtbij staan. Doordat de Druid nu zijn eigen hitpoints behoudt, zullen de acties zoals de Bestial strike nu minder gebruikt worden omdat je dus wel je magere hit points behoudt. Omdat je geen spells kan casten wanneer je in je Wild Shape-vorm bent, ben je dus ook nog eens heel beperkt in je kunnen. De Wild Shape begint door deze aanpassing meer te lijken op een modificatie van de eigen skills dan een volledige transformatie naar dier. Dit is heel jammer, omdat daardoor de Wild Shape voor sommigen niet meer een interessante mechaniek is om mee te spelen.
Afbeelding van het stat block van de Animal of the Land. De Druid behoudt haar CON, INT, WIS en CHA-scores. Haar STR en DEX worden gelijk aan haar Wisdom-score.
Subclass – Circle of the Moon Druid
Mocht je toch graag nog gebruik willen maken van de Wild Shape als centrale vaardigheid van de Druid zonder dat je na twee klappen ten onder gaat, dan kun je kiezen voor de Circle of the Moon Druid als subclass op level 3. Deze subclass maakt het mogelijk om in Wild Shape spreuken te gebruiken wanneer deze uit de Abjuration-school komen en geen materiële componenten nodig hebben. Nu denk je misschien: “Oh, dat zijn echt heel weinig spells die ik dan kan casten.” Ja, dat klopt, maar in One D&D hebben ze een aantal healing spells Abjuration gemaakt: die kan je dan casten tijdens een gevecht wanneer je in je dierenvorm bent. Wil je een complete lijst met spells die je kan casten, check dan even het playtestmateriaal; op pagina 15 staat een lijst.
Wild shape van een Druid. [bron: sampetersonart.com]
Paladin
Voor de Paladin zijn er minder drastische aanpassingen gemaakt in One D&D: de kern van de Paladin blijft intact.
Net als de Channel Nature is ook de Channel Divinity nu aangepast dat je maar een slot kan herstellen bij het voltooien van een short rest in plaats van het herstellen van alle verbruikte slots. Wanneer je een long rest hebt voltooid, krijg je alles weer terug.
Voor de Aura of Protection moeten Paladins nu even een level harder doorwerken, sinds deze van level 6 naar level 7 is verhuisd.
Divine Smite in een nieuw jasje
De Divine Smite-vaardigheid is iets aangepast in One D&D. Je kunt nu, naast wanneer je je vijand raakt met een wapen, ook “Smiten” met een unarmed strike en met een ranged attack. Dit was niet mogelijk in de 5e iteratie van Divine Smite en deze One D&D-versie geeft meer verscheidenheid aan deze eigenschap en mogelijkheden voor multiclassen met bijvoorbeeld Monk of Ranger. Helaas doet Divine Smite nu niet meer een extra d8 damage wanneer je een undead te grazen neemt en kan je Divine Smite maar eens per beurt gebruiken en niet in dezelfde beurt wanneer je al een spell hebt gecast.
De Smite spells die ook mooi binnen het plaatje van de Paladin vallen, zijn ook enigszins aangepast. De Smite spells zoals Searing Smite zijn niet langer een pre-cast buff; je kan alleen een bonus action gebruiken voor een Smite spell wanneer je een doelwit raakt. En omdat je Divine Smite niet meer kan gebruiken wanneer je in die beurt al een spel hebt gecast, kan je ze niet langer stapelen voor extra damage.
Eens per dag een gratis paard
Op level 5 krijg je nu de Find Steed spell. Deze heb je altijd voorbereid en telt niet mee aan het totaal aantal spells die je voor de dag kan voorbereiden. Het kost nu ook maar een action om te casten in plaats van de 10 minuten die het in 5e kost. Het mooie is ook dat je hem eens per dag kan casten zonder er een spell slot voor uit te hoeven geven.
Oath of Devotion
Voor de Paladin is de subclass Oath of Devotion opgenomen in het eerste playtestmateriaal voor deze class. Voor deze subclass zijn er ook een aantal dingen veranderd. Zo kan een Paladin die deze Oath volgt geen Turn the Unholy-eigenschap gebruiken om Undead te keren en dichterbij te laten komen. Ook krijgen deze Paladins geen Purity of Spirit meer op Level 15, waarbij ze permanente bescherming kregen van de Protection from Evil and Good spell.
Wel zijn er andere vormen van Smite gekomen. Zo kan je op level 6 een teamgenoot temporary hitpoints geven wanneer je je Divine Smite gebruikt met de Smite of Protection-eigenschap.
Ook krijgt de Oath of Devotion toegang tot een andere spells, zoals Aid en Aura of Vitality. Daarbij kan je ook nog eens gratis een keer per long rest een prepared spell casten zonder dat je daar een spell slot voor hoeft te gebruiken. Dat is zeker leuk, wanneer je hogere level spells krijgt.
Als we zo kijken naar de Oath of Devotion Paladin lijkt het alsof de subclass zelf een klein beetje in kracht is afgenomen, maar dat de class zelf iets krachtiger wordt.
Omdat dit pas het begin is voor het playtestmateriaal zullen er vast voor beide classes nog een aantal dingen veranderen, wanneer WotC feedback terug krijgt van spelers. Mocht je graag deze nieuwe regels willen opnemen in een van je sessies, download dan het materiaal op de website van dndbeyond.
Er zijn veel zorgen over waar het heen gaat met kunstmatige intelligentie – AI. Er zijn artiesten, schrijvers en anderen die zich zorgen maken over (de toekomst van) hun baan. Ook TTRPG’s zullen er mee te maken krijgen. Is het straks alleen een hulpmiddel voor afbeeldingen en inspiratie, of zijn er mogelijk grotere gevolgen?
Wat is er mogelijk?
Tot nu toe zijn er beperkte AI mogelijkheden voor het algemene publiek. Er bestaan verschillende projecten zoals OpenAI, Midjourney en AI Dungeon.
Als je vroeger geen inspiratie had voor een naam, dan moest je soms talloze pagina’s met babynamen openen en FantasyNameGenerator 10x een lijstje laten generen. Maar nu kan je nu simpelweg een beschrijving van je karakter aan OpenAI geven voor een lijst van passende namen. Je kan ook een bepaald thema of doel toevoegen, zoals dat de naam een woordgrap moet bevatten. Perfect voor TTRPG’s.
Menig gamemaster heeft het internet afgestruind naar iets wat bij hun onmogelijke beschrijving past. Misschien had je niet moeten beschrijven dat dat kasteel in de exacte vorm van Pacman was – met pimpelpaarse kantelen, maar gelukkig kan je op Midjourney vertrouwen.
Deze voorbeelden laten zien dat kunstmatige intelligentie een leuk en nuttig hulpmiddel kan zijn, maar er zijn zorgen over andere mogelijkheden.
Kunst wordt niet kunstmatig
Elke industrie moet een eigen manier bepalen om met kunstmatige intelligentie om te gaan. De discussie omtrent AI kunst heeft impact voor TTRPG’s. Naast de leuke inspiratie voor Gamemasters, zijn er ook genoeg mensen die leven van hun commissies voor individuen en (TTRPG) uitgevers.
Daarom heeft Paizo (uitgever van Pathfinder) recent aangekondigd dat al hun producten compleet door menselijke handen gemaakt zullen zijn. Mogelijk niet alleen uit dank voor hoever ze zijn gekomen door het harde werk van hun artiesten, maar ook omdat kunstmatig werk niet als creatief wordt gezien – kan tussen de regels in worden gelezen.
Begin dit jaar verklaarde D&DBeyond ook dat de geruchten omtrent hun vermeende onderzoek naar kunstmatige Gamemasters niet op waarheid gebaseerd zijn. De gegeven reden is ook het respect tegenover menselijke Gamemasters.
Het is nog maar de vraag in hoeverre kunstmatige intelligentie een menselijke Gamemaster kan vervangen. Om die rol en complexiteit enigszins te kunnen vervullen zal een AI waarschijnlijk eerst bewustzijn moeten behalen. Dat zal best even kunnen duren, als er al vraag naar is. Tot die tijd kan AI Dungeon je misschien bezighouden. Of speel lekker online bij Dutch20!
Wil je graag eens in je eentje op avontuur in een dungeon zonder al te veel gedoe? Dan is Four against Darkness misschien wel iets voor jou! Met deze solitaire dungeon-delving pen-and-paper game kan je met heel weinig materiaal al op pad met je party.
Wat is het?
Het spel zet zich neer als een old school dungeon-bashing game wat gespeeld kan worden met minimale materialen. Met een potlood, twee d6 en hokjes papier kan je jezelf een weg banen in talloze gangen stelsels van de kerkers die je gaat maken. Onderweg zul je rollen om te zien wat je party te lijf moet gaan en welke schatten je zult gaan vinden na de overwinning. Doordat je het creëren van het avontuur overlaat aan kans, zal geen enkel avontuur hetzelfde zijn.
De speeltijd van een gehele dungeon (dus een sessie) duurt ongeveer 45-75 minuten wanneer je solo speelt. De eerste keer zal wat langer duren doordat je je party moet samenstellen en de regels moet uitvogelen, maar wanneer je bekend bent met het spel zal het vlotter gaan. Dit maakt het spel een goede om vaker op te pakken en elke keer weer plezier te beleven.
De gemakkelijke opzet van het spel en de simpele regels maakt het heel toegankelijk. Beginnende en ervaren RPG-spelers kunnen makkelijk aan de slag met dit spel en halen er beiden uit wat erin zit. Mocht je het spel met een vriend of vriendin willen spelen, dan is dat zeker mogelijk: in het boek staan regels voor hoe dat werkt.
Overzicht van de benodigdheden voor Four Against Darkness
Opzet van het spel
Je hebt de controle over een groep van vier avonturiers die aan het begin van je avontuur allemaal beginnen op level 1. Deze avonturiers hebben een verscheidenheid aan vaardigheden die je door het kiezen van een klasse kunt toewijzen. In het basisboek staan 8 verschillende klassen waaruit je kunt kiezen. Ieder met zijn eigen vaardigheden, gereedschap, en natuurlijk ook beperkingen. De acht klassen in het basisboek zijn warrior, cleric, rogue, wizard, barbarian, dwarf, halfling en elf. Combineer ze in een mooi gebalanceerde groep, klaar voor avontuur! Of maak vier dwergen en kijk of jullie voorbij de ingang komen…
Op avontuur!
Heb je je party? Dan kan je van start! Wanneer je een kamer binnengaat, genereer je de inhoud ervan op een reeks willekeurige tabellen. In een kamer ontmoet je monsters, vecht je met monsters en versla je monsters! …hopelijk. (of je besluit dat terughoudendheid het betere deel van moed is!) Je beheert ook middelen (genezing, spreuken, levenspunten, uitrusting), plundert schatten, ontwijkt valstrikken, vindt aanwijzingen en aanvaardt zelfs opdrachten van de monsters die je ontmoet. Je personages kunnen levels omhoog gaan en worden beter in wat ze doen, maar het zal niet gemakkelijk zijn.
Tijdens de gevechten in de kamers hoeft er alleen voor de karakters dobbelstenen te worden gerold. De kracht en gevaar van het monster wordt aangeduid door een nummer – dit is het level van het monster. Wanneer je karakter aanvalt, rol je de dobbelsteen om te zien of je het monster verslaat. Wanneer het monster jouw karakter aanvalt, rol je om te zien hoe goed je jezelf verdedigt tegen de aanval. Rol je te laag? Dan zul je worden geraakt en raak je gewond. Heb je de monsters in de ruimte verslagen? Dan mag je rollen voor welke schatten ze achterlaten.
Resultaat van een kerkerstelsel na een sessie van Four Against Darkness
Uitbreidingen
Heb je het basisspel na een aantal sessies wel een beetje gezien en wil je iets anders dan die eindeloze hordes van ratten en goblins? Of wil je meer keuzeopties bij het samenstellen van je party en uitreiken naar andere klassen? Dan is er goed nieuws, want er zijn talloze uitbreidingen van Four Against Darkness die je kan toepassen op de basisregels van het spel. Zo zijn er uitbreidingen met nieuwe monsters of boeken waar meer story-based dungeons en verhalen inzitten, waardoor je party een duidelijk doel heeft die ze moeten behalen. Deze narratieve versies van het spel kunnen ook worden gespeeld met een DM die dan het verhaal vertelt. Zo kan je toch met je vriendengroep op avontuur.
Dit spel is een verrassende afwisseling op de standaard TTRPG. Het basisboek zelf kan niet zozeer gezien worden als roleplayinggame en heeft echt als doel gewoon lekker monsters te slashen en loot te pakken. Het spel is zeker niet gemakkelijk en wanneer de resultaten van de dobbelsteen tegenzitten, kan je soms voor lastige keuzes staan. De uitdaging die voortvloeit uit deze minimalistische opzet, zorgt ervoor dat je keer op keer terug wilt keren naar deze game!
Basisboek met daaronder een stapel uitbreidingen van het spel